Inmiddels hebben we proefondervindelijk gemerkt welke gewassen het beste gedijen op onze zilte grond. Naast de inheemse pioniersplanten zeekraal en zeeaster (ook bekend als lamsoor), hebben we getest met ijskruid, oesterblad, zilte venkel, Nieuw-Zeelandse spinazie, weegbree, zilte snijbiet, zilt resistente aardappelen en meer. Al die ervaring zetten we in om de productie van dit zilte lekkers nog beter te sturen, zodat het eerder en langer in het seizoen beschikbaar is. Onze succesnummers ijskruid, zeekraal en zeeaster zijn er in ieder geval!
IJskruid dankt de naam aan de vochtblaasjes, die op bevroren waterdruppeltjes lijken. Qua smaakbeleving is het een prachtige groente: knapperig, friszuur en een tikje zilt. Heerlijk door een salade.
Latijnse naam: Mesembryanthemum Crystalinum
Geslacht: Mesembryanthemum
Familie: Aizoaceae
Groeiplaatsen: oorspronkelijk Zuidwest Afrika en de Kaapregio. Komt steeds meer voor op noordelijk halfrond.
Kenmerken: eenjarige vetplant met een kruipende groeiwijze. Bladeren zijn ei- tot spatelvormig. De vlezige bladeren zijn bezet met glinsterende blaasjes
Kleur: groen en meestal witte bloemen die alleen open staan bij zonnig weer
Smaak: verfrissende lichtzuur
Toepassingen: warm en koud te gebruiken. Ook te gebruiken als garnering. Past prima bij visgerechten. Werd vroeger gebruikt tegen scheurbuik en het geplette blad wordt gebruikt als vervanger van zeep.
Bereiden: bereiden zoals spinazie en postelein en rauw in salades
Bijna bij iedereen al bekend. Zeekraal kun je zo rauw eten of heerlijk even gestoofd met of zonder een beetje knoflook. Het heeft een heerlijke unieke bite en past uitstekend bij vis.
Latijnse naam: Salicornia Europaea
Geslacht: Ammaranten
Familie: Zoutverdragende succulenten
Groeiplaatsen: in kwelders aan de rand van de zee, zoutmoerassen en stranden
Kenmerken: 30 cm hoog. kleine schubachtige bladeren
Kleur: groen en in de herfst roodachtig
Smaak: verse asperges, spinazie en soms radijs
Toepassingen: rauw of kort geblancheerd in salades en bij visgerechten
Bereiden: zeekraal eerst schoonmaken. rauw verwerken. Om het gerecht minder zout te laten zijn, kun je de zeekraal blancheren of roerbakken met een fijngesnipperd uitje en boter. Denk aan de houterige delen.
Zeeaster is een stevig blad met veel smaak, dat iets doet denken aan spinazie. Zo eet je het ook, in een stamppot of kort gestoofd.
Latijnse naam: Tripolium Pannonicum
Geslacht: Tripolium
Familie: Astereae (composietenfamilie)
Groeiplaatsen: komt voor op kwelders en op plekken die onder invloed van getijden staan op de Waddeneilanden en de Waddenkust
Kenmerken: 15-60 cm hoge tweejarige plant met smalle lancetvormige bladeren. De plant van juli tot september. Er zijn ook soorten waarbij de blauwe bloemen ontbreken. Zeeaster wordt vaak verward met lamsoor. De bladeren van lamsoor zijn echter niet te eten.
Kleur: groene bladeren en blauwe bloemen
Smaak: het knapperige blad heeft een zilte smaak
Toepassingen: in combinatie met vis, schaal- en schelpdieren, maar ook bij lamsvleesgerechten.
Bereiden: rauw, maar beetgaar het lekkerst. Roerbakken of smoren met een uitje. Geen zout toevoegen
Lepelblad is een bijzonder en al eeuwenoud gewas. Er wordt rond 1240 al over geschreven als medicijn voor scheurbuik op zeereizen, als het meeging als een vat gezouten lepelblad.
Latijnse naam: Cochlearia Pyrenaica
Geslacht: Cochlearia
Familie: kruisbloemen
Groeiplaatsen: komt in het noordelijk halfrond in het wild voor. door zijn hoge zouttollerantie worden ze vaak aangetroffen in kuststreken, langs kwelders of zoute steppen.
Kenmerken: plant is een eenjarige winterannuel (een plant die in het najaar kiemt, de winter als rozet van bladen doorbrengt, vroeg in het voorjaar bloeit en de zomer in zaadvorm overleeft) met vlezige bladeren. de vorm van deze bladeren is driehoekig tot spiesvormig met een voet die min of meer hartvormig is. Boordevol vitamine c. Werd vroeger gebruikt tegen scheurbuik.
Kleur: groene bladeren met witte bloemen
Smaak: kruidig en licht scherp van smaak vergelijkbaar met waterkers of mosterd.
Toepassingen: als smaakmaker in soepen en sauzen, als groente of rauw mengen met andere slasoorten en verwerken in verse kruidenboter of kruidenkaas.
Bereiden: rauw. Als het als groente of als smaakmaker voor soepen en sauzen wordt gebruikt, na het kookmoment toevoegen.
Zeebanaan is heerlijk sappig en smaakt wat pittiger dan zeekraal. Bovendien bevat hij nog meer voedingsstoffen, zoals omega vetzuren.
Latijnse naam: Carbobrotus Rossii
Geslacht: Carpobrotus
Familie: Aizoaceae
Groeiplaatsen: oorspronkelijk uit Australië. Het groeit daar op het strand aan de rand van de duinen.
Kenmerken: vlezige blaadjes
Kleur: groen, geel en soms donkerrood
Smaak: zilte en kruidige smaak
Toepassingen: rauw verwerken in b.v. een salade of roerbakken. Past prima bij vis. Ook prima geschikt om mee te garneren
Bereiden: voor het bereiden de vlezige blaadjes van de strengen halen
Zeevenkel is de enige soort in het geslacht Crithmum. De naam Crithmum komt van het Oudgriekse 'krithe', dat gerst betekent, vanwege de overeenkomst van de vrucht met een gerstekorrel.
Latijnse naam: Crithmum Maritimum
Geslacht: Crithmum
Familie: Schermbloemigen
Groeiplaatsen: oorspronkelijk op rotsige kusten langs de Atlantische Oceaan
Kenmerken: 20 tot 50 cm hoog en een verhoute stengel
Kleur: groen en witte of geelgroene bloemetjes
Smaak: licht kruidige smaak en de smaak lijkt op asperges
Toepassingen: te combineren met vlees, vis zeevruchten. ook te gebruiken in marinades en vinaigrettes
Bereiden: de vlezige bladeren, scheuten en zaden kunnen zowel rauw als gekookt worden gegeten. De scheuten kun je als asperges bereiden.
De korenbloem dankt zijn naam aan de traditionele groeiplaats: op akkers tussen het graan. Doordat de plant slechts weinig ruimte nodig had, kon hij hier tussen het hoge graan overleven.
Latijnse naam: Centaurea Cyanus
Geslacht: Centaurea
Familie: Composieten
Groeiplaatsen: op akkers tussen het graan of in bermen
Kenmerken: trompetvormige straalbloemen
Kleur: opvallende diepe kleur blauw
Smaak: licht bittere smaak
Toepassingen: kruidenthee, salades, kruidenboter, kwarkgerechten en te gebruiken als garnering
Bereiden: drogen of vers verwerken in boter of kwarkgerechten
Een andere naam voor komkommerkruid is bernagie. De bloempjes smaken lekker zoet; het blad smaakt naar komkommer. Vandaar dus de naam!
Latijnse naam: Borago Officinalis
Geslacht: Borago
Familie: Boraginaceae (ruwbladigenfamilie)
Groeiplaatsen: oorspronkelijk afkomstig uit het Middelandsezeegebied. groeit op akkers en langs wegen.
Kenmerken: 45-90 cm hoog. Dikke stengels zijn vertakt en hol. Bladeren zijn puntig ovaal van vorm. Bladeren, stengels en bloemknoppen zijn bedekt met korte haren.
Kleur: felblauwe bloemen met een wit hart en zwarte helmknoppen
Smaak: lichtzoutige, sappige komkommerachtige smaak
Toepassingen: plant heeft een geneeskundige werking. o.a.ter verlichting bij hoesten en bij reuma, verkoudheid en bronchitis. Als voedsel wordt de plant regelmatig gebruikt in het Middelandsezeegebied. Behalve de bloemen worden ook de blaadjes gebruikt als sla of spinazie. In India wordt er siroop van gemaakt.
Bereiden: rauw te gebruiken als sla en wanneer je het kookt, pas op het laatst toevoegen, zodat het zijn smaak behoudt.
In Japan worden deze eenjarige plantjes veel gebruikt als smaakmaker in salades. Ze komen daar in het wild in zilte moerassen en langs kuststroken voor.
Latijnse naam: Salsola Komarovii
Geslacht: Salsola
Familie: Amarantaceae
Groeiplaatsen: afkomstig uit o.a China, Korea en Japan. Oorspronkelijk in zilte moerassen, maar ze groeien ook in zoet water.
Kenmerken: hoogte 30-50 cm. de stengels zijn vlezig en knapperig van structuur
Kleur: groen
Smaak: licht zilt.
Toepassingen: rauw als smaakmaker in salades en sushi en als begeleider van vis.
Bereiden: de stengels kunnen kort gekookt worden of in kokend water worden gelegd. ook te gebruiken als garnering. Denk om houterige delen.
Vooral veel testen! Wat groeit op onze locatie het beste, wat is het lekkerste en hoe kunnen we zo lang mogelijk blijven oogsten in het seizoen. Maar het neemt niet weg dat onze zilte groenten ook op heerlijke wijze verdwijnen in de potjes met zilte pesto of tapenades en via zilte expedities kunnen worden geproefd. Kijk vooral eens op de pagina Proef, beleef, doe mee!